Bewegende objecten fotograferen, hoe doe je dat?
Bewegende objecten fotograferen, hoe pak je dat aan?
Om te beginnen hebben de meeste camera’s natuurlijk een sportstand, dat is dat bewegende mannetje op de instellingen draaischijf. Hiermee krijg je bewegende onderwerpen prima vastgelegd, echter als je verder wilt komen in de fotografie stel je liever handmatig je sluitertijd, diafragma en ISO in.
Snelle sluitertijd
Je kunt hiermee je onderwerp als het ware bevriezen in de beweging. Denk hierbij aan de populaire springfoto’s die mensen op vakantie graag maken, waarbij je onderwerp als het ware in de lucht lijkt te hangen. Dit resultaat bereik je met sluitertijden van 1/500. Je kunt hiermee bijvoorbeeld ook regendruppels in de lucht laten hangen of racewagens stil laten staan.
Dynamische foto, “panning”
Dit kun je bijvoorbeeld prima gebruiken om auto’s vast te leggen in beweging, je krijgt hiermee een scherp onderwerp en een onscherpe achtergrond. Hierdoor zie je de beweging in de foto. Dynamische foto’s creĆ«er je door een sluitertijd te hanteren van ongeveer 1/125. De truc is om van het begin van het openen van de sluiter tot het sluiten van de sluiter het onderwerp op dezelfde plek in je foto te houden door de camera met het onderwerp mee te bewegen, dit noemen we “panning”. Dit kan in het begin even lastig zijn. Een tip hiervoor is om de auto al te volgen met je camera voordat je de sluiterknop indrukt, zodat je de lijn volgt van je onderwerp. Het mooiste resultaat bereik je als je onderwerp vanaf de zijkant fotografeert.
Sport fotografie
Sporters bewegen natuurlijk niet zo snel als auto’s dus je kunt de sluitertijd hier iets langer te houden. ideaal is een sluitertijd tussen de 1/100 en 1/125. Dit is natuurlijk afhankelijk van je onderwerp, een wielrenner is sneller dan een hardloper, maar het ligt ook aan de afstand tussen jou en je onderwerp. Als je heel dicht op je onderwerp staat is een groothoeklens uitermate geschikt!
Onzichtbare objecten fotograferen
Dit is een hele toffe manier van beweging vastleggen. Hierbij leg je alleen de beweging maar niet de objecten vast, denk bijvoorbeeld aan die witte en rode bewegingsstrepen van langsrijdende auto’s in de nacht. Je wilt niet met een flitser werken in dit geval dus je werkt hier met hele lange sluitertijden van soms wel meerdere minuten. Een statief is hierbij zeker aan te raden! (muurtje of bankje werkt natuurlijk ook)
Zoals je ziet zijn er meerdere manieren om beweging vast te leggen, de instellingen zijn per situatie verschillend. Je komt hierachter door een paar proeffoto’s te maken, je krijgt er vanzelf handigheid in als je blijft oefenen!